In enkele oude blogs (Geluk en ongeluk - Brandweer Blogt! (weebly.com) en Met de trein... - Brandweer Blogt! (weebly.com) ) kon u al deels ontdekken hoe we met de minder aangename dingen des levens plegen om te gaan binnen de brandweer. Dat is soms niet erg "orthodox", dat geef ik toe. Maar het blijkt meestal wel te werken. Dat niet iedereen dat begrijpt of apprecieert staat ook buiten kijf. Dat het al eens durft mislopen is dan ook niet echt een verrassing. Afgelopen week gebeurde dat tot mijn spijt nog eens.
Het is ongeveer halfzeven ´s avonds, de echtgenote is aan het avondeten bezig als de pager gaat. Ze kijkt begripvol maar bedenkelijk als ik de boodschap op mijn pager lees. "En, wat is´t?" Ik antwoord "Bijstand tent". "Ai" zegt ze, "tot morgen dan maar"... Ze heeft jaren meegedraaid als conciërge, waardoor ze weet dat dat zelden snel opgelost is. Om het met de woorden van één van onze officieren te zeggen: "Als ze de tent vragen, weet je dat dat niet om te kamperen is..." De tent is een grote, opblaasbare ruimte van 4 op 5 meter met afneembare bodem. Opblaasbaar met een ademluchtfles van 300bar, staat ze binnen de 5 seconden recht. De bodem is afneembaar zodat ze vlot over een incident kan geplaatst worden om beschutting te bieden tegen weersomstandigheden, onprettige situaties te onttrekken aan het gezicht van onschuldige voorbijgangers of een slachtoffer te beschermen tegen de onweerstaanbare drang van ramptoeristen om eens een kijkje te nemen. Als het een ongeval met dodelijke afloop is, kan dat enorm lang duren vooraleer we terug kunnen beschikken. Dat komt natuurlijk omdat er heel wat onderzoek bij komt kijken. Doorgaans moet het parket ter plaatse komen om vaststellingen te doen, naast de lokale politie die ook al hun ding moeten doen. Dan pas wordt een begrafenisondernemer opgeroepen. Zo is het niet de eerste keer dat we een 4/5-tal uren staan te wachten na een inzet van de tent vooraleer we effectief aan de slag kunnen met onze job, het terug veilig maken van de situatie ter plaatse. De betreffende interventie was van die orde. Na een ongeval met spijtig genoeg fatale afloop moesten we ter plaatse snellen met de tent. Een korte tijd na plaatsing, kregen we de spijtige melding dat we ze mochten dichtritsen tot het parket de nodige vaststellingen had gedaan. Het bleek een drukke dag te zijn, want pas tegen halftien was de brave man ter plaatse. Onze job zat er pas op tegen halftwaalf. In tussentijd hebben we de plaats des onheils samen met de politie beveiligd, en kunnen we niets anders doen dan wachten, en regelmatig "curieuzeneuzen" ontgoochelen met ontwijkende antwoorden op de vraag wat er precies gebeurd is. Als we staan te praten komen we altijd haast automatisch uit op vroegere interventies en sterke verhalen. Daar zitten grappige anekdotes tussen, waarop wat gelachen wordt terwijl we elkaar wat trachten te overtreffen met iets dat toch nóg een tikkeltje straffer is dan het vorige verhaal... Het is een vreemd automatisme waardoor al even automatisch de ogen van onze partners beginnen rollen als ze erbij zijn. "Daar gaan ze weer"... Wat we altijd trachten te vermijden, is dat dat te opzichtig gebeurd natuurlijk. Maar af en toe vallen we wel eens door de mand, waardoor er een behoorlijk onsympathiek beeld ontstaat van hoe we ermee omgaan. Het fietspad is afgesloten over een lengte van een vijftigtal meter. Onze kapitein stapt in die zone in onze richting, als we zien dat er enkele fietsers aan de andere kant onder het lint willen kruipen. We doen met onze armen zwaaiend teken dat ze er niet in mogen waarop onze kapitein, die de fietsers achter hem niet zag, met een bedenkelijk gezicht naar ons terugzwaait. Een stom gezicht, waardoor we spontaan met zes in de lach schieten. Wat we niet gezien hadden was dat de dame voor wiens oprit het ongeval was gebeurd, nog steeds op haar oprit stond. "Wat is´t, is´t plezant wat er gebeurd is?" snauwde ze ons toe, waarschijnlijk heel de film van het ongeval nog afspelend voor haar ogen. Uiterst vervelend, beetje beschamend zelfs om er zo abrupt op gewezen te worden dat je even alle sereniteit vergeten bent. Nee, dat hoort niet. Mijn welgemeende excuses aan de dame in kwestie. In onze verdediging, wij kùnnen niet stilstaan bij alle onheil dat we tegenkomen. Beeld u in, als er zo een situatie afspeelt voor uw ogen geeft dat een ongemakkelijk gevoel. Je leeft mee, je denkt verder over vanalles. Nabestaanden, vrienden, ... Een heel onprettig gevoel, waar de ene mens al emotioneler op reageert als de andere. Daar zijn we tenslotte mens voor. Maar beeld u nu in dat die taferelen bijna dagelijkse of wekelijkse kost zijn. We zouden emotionele wrakken zijn, rijp voor therapie. In de eerder genoemde blogs licht ik een tipje van de sluier over hoe we er onderling mee omgaan. We zijn praatpaal voor elkaar. We sleuren elkaar erdoor als dat moet, en we leiden elkaar ook af van de soms onmenselijke taferelen waar we mee geconfronteerd worden. Het spijt mij dat daar iemand rechtstreeks getuige van moest zijn, die op dat moment een trauma moet verwerken. Maar neem van mij aan, de rugzak die we meesleuren wordt na elke interventie iéts zwaarder. Hoe herkenbaarder de situatie, hoe groter de bagage. Wij hebben óók grootouders, ouders, kinderen en vrienden. Vergeef het ons als we de kern even lijken te negeren. Dat is net omdát het ons raakt.
0 Comments
Leave a Reply. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|