30 juli 2004. 24 mensen, waaronder 5 brandweermensen en een politieagent kwamen die dag om het leven bij een explosie van een hogedruk-gasleiding. Hét startpunt voor een grondige hervorming van de civiele veiligheid in België. Ze stond al iets langer in de steigers, maar de gasramp heeft ze een duwtje in de rug gegeven toen. Op vele vlakken terecht: de organisatie van de hulpdiensten, dan met name de brandweer, was té bekrompen en gefocust op het eigen tuintje. Bij grote rampen was het té veel improviseren, werd teveel tijd verloren om een strategie te bepalen, was er een gebrek aan kennis over stoffen, leidingnetten, materialen bij andere korpsen, noem maar op. Veel korpsen hadden (hébben?) zoveel gespecialiseerd materiaal in huis, dat een exodus zonder moeite in elke gemeente apart kon neergeslagen worden... Dat was leuk, maar allesbehalve efficiënt. Ook de gespecialiseerde kennis in huis hebben én houden, is van levensbelang. En een korps, vrijwillig of gemengd, kan nooit garanderen dat àlle specialiteiten op elk moment van de dag kunnen uitrukken. Daarvoor moet je massaal veel volk hebben, óf volk met massaal veel kennis. In dat opzicht vind ik de hervorming een zegen. Materiaal wordt herverdeeld. Bij ons bijvoorbeeld is er een ladderwagen en een hoogwerker. Die hoogwerker is backup. Als gewestelijk korps, met 5 beschermde gemeenten, is het niet zo zeldzaam dat er twee interventies tegelijk zijn. Dat moet je aankunnen. Maar in deze hervormde organisatie maken wij deel uit van een netwerk van posten. Ook Kontich, Wommelgem en Borsbeek beschikken over een ladderwagen/hoogwerker. Waarom dan zo'n duur stuk aankopen? Het is altijd zonde om van zulk een knap stuk materiaal afstand te moeten doen. Maar de logica kan je moeilijk afstrijden... De specialiteiten waarvan ik sprak worden toegewezen aan één of meerdere posten in de zone, afhankelijk van het risico. Er zit een gaspakkenploeg in elke post. Maar het dure materiaal om zo'n inzet verantwoord te kunnen uitvoeren, zit bij twee strategisch gelegen posten. Voor onze cluster is dat in Wommelgem. Een klimteam zit op twee locaties in de zone. Dichtstbijzijnd voor ons is Kontich. Edegem krijgt stutten en schoren toegewezen, waarvoor al een gespecialiseerde container is ingericht, en Groot Watertransport, waar we een buffercontainer, slangencontainer en watertank met pomp voor hebben gekregen. Ook tunnelbrandbestrijding (in het kader van de geplande verbinding E19-rond punt Wommelgem) en binnenbrandbestrijding (wegens de dichte bebouwingsgraad) is voor Edegem. Maar voor die laatste twee is er nog niet echt iets concreet. Verder heb je in de zone nog duikers, meetploegen, natuurbrandbestrijding, ... We zijn veranderd, of aan het veranderen, naar een organisatie met 800 brandweerlui. We hebben intussen ook al veel meer samengewerkt en -geoefend dan we met zijn allen hadden verwacht. En ik moet zeggen, het bevalt mij enorm. Ik heb al héél veel bijgeleerd op interventies die wij zelden zullen meemaken op ons grondgebied, denk aan industrie en heide... Ik heb veel fijne mensen leren kennen, met dezelfde gedrevenheid als ikzelf heb. Ik heb geleerd, als bevelvoerder, dat ik op de collega's van andere korpsen kan rekenen, en men heeft van bovenaf gezorgd dat onze werkwijzen meer en meer op elkaar afgestemd geraken. Ik voel mij best thuis in de zone Rand. Intussen hebben we de presentatie gekregen van de statuten, en hoe de zone ermee omgaat. We moeten nu kiezen tussen wat we hebben, ons oud geldelijk statuut, of het nieuwe geldelijk statuut. Ik moet er nog even over nadenken, en ik ben nogal kritisch van aard, maar mijn vertrouwen in de toekomst van deze organisatie doet mij sterk overwegen om gelijk in het nieuwe te stappen. Een nieuwe organisatie, gelijk een nulpunt om te herstarten na een lichtjes "mindere" periode. Onze zone is dan ook een unicum in België: 800 brandweerlieden, waarvan slechts een 30-tal beroeps. Deze organisatie kent als geen ander de waarde van de vrijwilligers. De meeste beroepsofficieren en andere zijn zelf ooit begonnen als vrijwilliger. Daarom geloof ik, als vrijwilliger, in dit project. Maar er zijn uiteraard ook nadelen. Zorgen. De hervorming in België wordt geregeld door mensen die onze wereld niet kennen. Wij als vrijwilligers zien met lede ogen post na post in Nederland afgeschaft worden, onder het mom van besparingen. Besparingen op vrijwilligers? Dat is de goedkoopste vorm van efficiënte openbare veiligheid, en daar wordt op bespaard? Deze drang naar gemakkelijk geld zet zich spijtig genoeg door tot bij ons. Niet door de hervorming, verrassend genoeg, maar door een eigen gemeentebestuur. Het gemeentebestuur van Lint heeft namelijk beslist om de overeenkomst tussen de brandweer en henzelf, aangaande gebruik van een gebouw als kazerne, stop te zetten. Onze voorpost in Lint heeft dus zijn "opzeg" gekregen. Binnen zes maanden staan zij op de straatstenen, als er geen andere oplossing gevonden wordt. Deze beslissing is, zonder waarschuwing, meegedeeld op 3 november en gestemd op 4 november. We zijn gepakt in snelheid door een bestuur dat geïnspireerd werd door foute argumenten, slechte interpretaties van wet- en regelgeving én een diepgaand onderzoek via Google-maps (écht waar...). We verwachtten dingen zoals deze. Niet zo snel, en eerlijk gezegd niet zo dichtbij. Maar we wisten dat deze dingen konden gebeuren. Nu hebben we daar het laatste woord nog niet over gezegd. Er bereiken ons steeds positievere signalen, waardoor we hopelijk binnen zéér kort, deze zwarte bladzijde te kunnen omslaan. Het fijne aan dit verhaal is de ongeziene solidariteit. Ik heb gemerkt dat ik niet alleen sta als ik zeg dat ik me wel goed voel in de zone. Collega's van Kontich, Borsbeek en Wommelgem, de drie andere korpsen van onze cluster Zuid kwamen ons ter plaatse steunen. Brandweer Schoten was ter plaatse, die komen uit cluster Oost. Als kers op de taart, ook Brandweer Duffel uit de zone Rivierenland is langsgekomen om onze mannen een hart onder de riem te steken! Dit vergeten we niet, en zal zichzelf terugbetalen wanneer dat nodig blijkt. Nog een nadeel aan de hervorming, is dat verbeteringen niet enkel investering van geld vragen, maar ook investering van tijd. De vooruitgang door de jaren heeft ervoor gezorgd dat de brandweer enorm gemoderniseerd is. Een helm krijgen als je een contract aan de gemeente tekent als groenverzorger, met de melding "oh, hadden we dat niet gezegd...?", is gelukkig niet meer van deze tijd. Je wordt tegenwoordig klaargestoomd via opleidingen, oefenmateriaal, lessen in-en extern, om met al het hypermoderne materiaal te kunnen werken. Inoefenen van alle op elkaar afgestemde procedures is ook broodnodig uiteraard. Nu worden middels een nieuw Koninklijk Besluit de cursussen van de brandweer aangepakt. Terecht overigens. In de huidige cursussen staan termen, foto's en procedures van technieken en materiaal die in de jaren tachtig gebruikt werden... Resultaat was dat men al jaren examens aflegt die volgens mij perfect aanvechtbaar zijn: geen enkele lesgever heeft in de afgelopen 20 jaar nog een examen afgenomen dat gebaseerd was op het cursusboek... Zij die dat wel deden, hebben niets aan hun leerlingen bijgeleerd. De cursussen worden aangepast qua inhoud en tijd. Een verdubbeling van de cursusuren aan de basis, en jaarlijks 24 uren extra opleiding aan een erkend instituut. Klinkt allemaal goed en belangrijk, maar niet echt aanlokkelijk meer voor nieuwe brandweerlieden. 260 uren basiscursus, voor de meesten in't weekend. Dat is heel veel tijd weg van je liefje en je vrienden, vóór je brandweerman bent. Klinkt stom, maar in een tijd waar een mens steeds moeilijker over de streep getrokken wordt voor een belangeloos engagement, niet onbelangrijk. Je moet vrijwilligers blijven vinden hé. Gelukkig begint men nu ook na te denken over een modulair systeem, zodat het gespreid kan worden in de tijd, en de mensen toch al kunnen meedraaien. Maar het zou een gemiste kans zijn om geen gebruik te maken van e-learning, of onze natte droom: educatief verlof voor de brandweer! Het is onverklaarbaar dat ik een Italiaanse kookles of Afrikaanse dans (ik zeg maar wat...) kan gaan volgen tijdens mijn werkuren, maar een brandweer- of ambulanciersopleiding niet. Ik snap de noodzaak van een degelijke (zware) basis. Maar men verliest uit het oog dat nog steeds élke minuut die wij als vrijwilliger in de brandweer stoppen, tijd is die van ons gezin afgenomen wordt. Die gezinnen steunen ons onvoorwaardelijk. Maar de rek is eruit. Veel meer kunnen we niet meer investeren, zonder te riskeren dat ons gezinsleven bezwijkt onder de druk. Voor de sport hetzelfde. Men gaat een minimale fysieke paraatheid eisen. Dat is terecht. Een brandweerman moet ten allen tijde paraat staan om een fysiek zéér belastende taak uit te voeren, onder grote tijdsdruk. Probleem is dat die fysieke paraatheid nooit geëist werd. Met alle gevolgen van dien. Er is in brandweerland, en ik ben niet te beroerd om dat toe te geven, een grote achterstand op dat vlak. Alleen, men heeft weer de neiging om ons onze problemen zelf te laten oplossen. Er is voorlopig geen sprake van sportaccomodatie. Ook geen fitnessabonnement. Geen begeleiding. Geen verzekering. Geen geld voor. Tja. Kan dat? Een eis stellen, en je personeel aan zijn lot overlaten? Ik denk dat we beter verdienen. Sinds Napoleon zorgt de brandweer in Vlaanderen voor zijn bevolking. Zonder al te veel last, aan een minimale kost. Eis wat nodig is, maar ondersteun en respecteer je mensen om de eeuwenlange traditie in ere te kunnen houden. Generaties vrijwillige brandweermannen en -vrouwen verdienen dat! Ik geloof écht dat dit in onze zone geen probleem gaat zijn, gezien de giga-inzet van vrijwilligers. Maar nationaal bekeken denk ik "dat we nog ni aan de nief patatten zijn..." We kunnen het beste maar hopen.
5 Comments
|
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|