Opleiding deel 2: Het Provinciaal Instituut voor Brandweer-en ambulanciersopleiding: Meetploegen20/2/2015 Terug in Edegem ben ik, dankzij de goede zorgen in Oost Vlaanderen, niet meer aangenomen als stagiair, maar als brandweerman. Dat wil zeggen dat je de papieren hebt, en dat de zwarte kam op de helm, waaraan men op het terrein kan herkennen dat men met een stagiair te maken heeft, weg is. Nu begint het échte werk. In zowel Lokeren als Edegem mogen stagiairs mee op interventie van in het begin. Met beperkt takenpakket, en strenge begeleiding uiteraard. Dat is leerrijk en motiverend. Zelf heb ik aan motivatie zelden een gebrek. Een occasioneel dipje, maar doorgaans altijd bereid om te leren om de job zo goed mogelijk onder de knie te krijgen. In 2005 heb ik al wat watertjes doorzwommen, en voel ik me zelfzeker genoeg om een stapje verder te zetten in mijn ontwikkeling als brandweerman. Met de cursus korporaal ben ik inmiddels begonnen, tussendoor neem ik er nog ééntje mee... In dat jaar geeft men voor de eerste keer de cursus "meetploegen" op wat toen nog PIBA heette. Het oude Engelse legerkamp in Emblem is omgetoverd tot het Provinciaal Instituut voor Brandweer-en Ambulanciersopleiding. Meetploegen, dat zijn eigenlijk de ogen op het terrein van de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) of de interventieleider tijdens een interventie met gevaarlijke stoffen. De meetploegen gaan op het terrein meten naar een product dat ontsnapt is, zodat men de beweging en omvang van een wolk kan bepalen. Dit interesseerde me wel. Zoals op die leeftijd àlles van de brandweer je interesseert... Dus ik mij ingeschreven. Daar het de eerste keer is dat deze cursus wordt gegeven, ben ik één van de weinige brandweermannen daar. Het leslokaal in de kazerne van Boom zit vol met officieren, al dan niet dienstchef van een korps. Die willen allemaal wel eens zien wat de cursus inhoudt, en wat zij in hun korps zullen moeten voorzien om deze procedure invulling te kunnen geven. Schoon gezelschap dus... (Nu is er één ding dat mij een beetje typeert, en dat is dat ik nogal een vrolijk, opvallend figuur ben. Ik kop élke voorzet binnen die ik krijg. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, en dat pas ik dan ook nogal fanatiek toe. Méér dan eens tot ergernis van sommige andere aanwezigen. Ik zeg ook àltijd wat er op mijn lever ligt, tegen beter weten in soms. De aard van't beestje zeg maar. Wel altijd met het nodige respect voor de hiërarchie, maar die moeten wel over een gezonde dosis humor beschikken...) We worden in groepjes verdeeld van een man of zes. Ik zit aan tafel met mijn collega Filip, drie commandanten en een officier. Elke lesgever in die cursus was AGS'er, en had daar de mond behoorlijk vol van... De betreffende lesgever komt naar onze tafel en zegt "we gaan een oefening doen. U bent bevelvoerder!" De brave man wijst mij aan. Een lokaal vól officieren en hij duid mìj aan als bevelvoerder... Officieren ondereen doen elkaar natuurlijk niet graag pijn. En het is altijd vervelend om opdrachten te geven aan een hiërarchisch meerdere, dus ik hing eraan. Maar geen nood, ik kan me best verweren... "U wordt opgeroepen voor een ongeval met een vrachtwagen. Uit de oplegger loopt een vloeistof. Wat is uw eerste stap?" Ik antwoord "mezelf afvragen waarom ik als meetploeg naar die vrachtwagen gestuurd word..." De brave man kijkt me wat verbouwereerd aan, en vraagt me waarop ik doel. "Het doel van deze cursus is toch de spreiding van de eventuele gaswolk te verkennen en doorgeven, waarom word ik dan naar het ongeval zelf gestuurd, om dàt aan te pakken?" Vervelend, en mijn eigen commandant die ook mee in die cursus zat, legde zijn hand op zijn voorhoofd... De lesgever had daar even niet van terug, maar zette door: "We gaan hier toch mee starten. Wat zijn uw stappen?" Ik antwoord: "De windrichting opvragen om de aanrijroute te bepalen." Hij antwoord "heel goed, en dan?" Ik zeg "de AGS'er van dienst laten oproepen" "Mja, misschien, dat kan alleszins geen kwaad. En de volgende stap?" "Dat ga ik aan de AGS'er vragen hé!" antwoord ik zelfverzekerd. "Ja maar, dat is niet de bedoeling hé!" antwoordt de man. Ik zeg "Oh nee? Wat komt ge dan eigenlijk doen?" De collega's schieten in de lach, de commandant verstopt zich nu volledig achter zijn hand, en de lesgever kijkt mij, bijna zwetend van wanhoop aan... Ik denk dat ik mijn standpunt duidelijk had gemaakt. om mij te "pakken", moet ge van een goed huishouden komen... :-) Bon, het was zeker niet kwaad bedoeld. De rest van de cursus heb ik mij min of meer gedragen, en heeft men mij ook niet meer voor het karretje van de officieren proberen te spannen. Ik heb mij toen wel even verslikt in het examen, want ik had een herexamen. Maar uiteindelijk heb ik het gehaald. In de praktijk ben ik nog nooit opgeroepen in het kader van de meetploegen, maar de kennis is alleszins al wel van pas gekomen. Zowel bij de brandweer als op mijn werk als preventieadviseur. En zo is het met zowat àl mijn cursussen. Ook al zijn ze dikwijls wat oubollig, geen enkele cursus is zonde van de tijd. En het is véél tijd...
0 Comments
In 1999 zette ik mijn eerste stapjes in de brandweerwereld. Daarmee ben ik deze blog begonnen, dus daar hebben we al mee gelachen... Maar na dat prille begin heb ik uiteraard de stiel moeten leren ook. Daar ik bij de brandweer gekomen was net na aanvang van de cursus, was ik tot dan toe enkel intern opgeleid. Ik had nog geen schoolbank gezien. Net geen jaar in dienst, niet lang na de millennium-overgang, ben ik verhuisd naar Lokeren, de thuisstad van mijn toenmalige vriendin. Ik mij uiteraard zo snel mogelijk gaan aanmelden bij de plaatselijke brandweer. Een paar weken later mocht ik naar de kazerne komen om de start van de pré-stage bij te wonen. Die bestond uit zes weekavonden, één per week, waar werd uitgelegd wat een engagement bij de brandweer precies inhoudt. Eerst de platte wetteksten, taken en dergelijke. Dan een stukje over het opleidingstraject en stage, materiaal, uitrusting, wagenpark... Net iets anders dan ik gewend was in Edegem (no offense...) Na de pre-stage was het wachten op groen licht van het schepencollege. We waren immers nog altijd niet in dienst. Op een gegeven moment kreeg ik bericht van de brandweer, dat ik op een zaterdag naar de Provinciale Brandweerschool Oost-Vlaanderen mocht. Ik vraag of we dan kledij krijgen? Antwoord was neen: we waren nog steeds niet aangenomen. Maar wel al naar school.... De theorie kregen wij, zoals toen op elke brandweerschool de gewoonte was, in de brandweerkazerne van Wetteren. De praktijk vond plaats in Gent Zeehaven, naast de indrukwekkende, inmiddels ter ziele gegane post Rodenhuize. Ik moet er waarschijnlijk geen tekening bij maken, dat ik redelijk uit de toon viel. Ginds was ìk natuurlijk "die van over't water", wat toch even wennen is als je altijd in het "centrum van de wereld" hebt gewoond... Eens ze daar wat gewend geraakt waren aan mijn taaltje en onbedoelde, maar onmiskenbaar aanwezige Antwerpse arrogantie, Beerschotfan dan nog, zijn we eigenlijk een hechte groep geworden. Die was trouwens fel uitgedund. Naar goede gewoonte weet ik nu. Van de twintigtal kandidaten op de eerste dag van de pre-stage, waren we nu nog met zeven... Om dat oneven getal te compenseren hebben we de enige kandidaat-brandweerman van het nabijgelegen Lochristi geadopteerd: Peter (Lochristi), Frank, Roland, Andy, Jimmy, David, Steven, Koert en (ik denk Jurgen?) Stals. Elke zaterdag én zondagvoormiddag hadden we les. De theorielessen in Wetteren waren saai zoals élke theoretische uitéénzetting, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door de goede zorgen van Beaatjen. Bea was een soort van conciërge, die met elke oproep mee uit haar bed werd gezet om de kantine te openen. Ja, de mannen van Wetteren werden goed verzorgd. Legendarisch was onze wekelijkse eerste bestelling, om half-acht voor aanvang van de les: "Beaatjen, zeven pireisoepkes en een pintjen" Zij: "Da meende ni hee", waarop wij weer: "Doe dan maar acht pintjes"... Tja, lol getrapt hebben we wel. Op een dag was er een bal in Lokeren. Je moet weten dat Lokeren nog een bastion was waar tradities standhielden. Sint Barbara, waarover je eerder al kon lezen, was enkel voor de brandweerlui bestemd. En duurde twee dagen... Ik zie het mezelf nog niet gaan vertellen thuis. Om dat te compenseren, was er dus in het midden van het jaar een bal, waarop de wederhelften mee mochten komen. 25€ voor een drie-gangenmenu in een chique kader. Mijn vriendin kon spijtig genoeg niet mee, waardoor ik alleen ging. Ik sta aan de inkom, en geef een briefje van 20€. Mijn voorganger konden ze nog nét weergeven, dus ik zeg met grote zwier: "Geef maar eens weer als ge terug wat in kas hebt" De brave man kijkt me glimlachend aan en zegt: "Het is 25€, per persoon... Maar geef de rest maar eens als ge wat in kas hebt..." Over en stop... Het was een reuze gezellige avond, waar ik door de collega's liefdevol in de armen werd gesloten, als enige zonder vrouw. En na onze droge doop in de vorm van de Plop-dans (er volgt later nog een natte), voel ik mij helemaal lid van de bende. Eén ding is zeker, brandweer Lokeren zorgt voor de zijnen. Na afloop van het feestje, wordt iedereen die dat wenst met het personeelsbusje naar huis gebracht. "De zeven" doen uiteraard het licht uit, en rijden mee met de laatste rit van het busje. Ook de toenmalige commandant van Lokeren, kpt. Frans De Bondt, reed mee. Van die man zei men dat hij al commandant was, toen hij nog adjudant was... Berucht wijd in de omtrek. De chauffeur vraagt ons waar hij ons moet afzetten. "Het Wiel" was het éénsluidende antwoord. Dat was een café-dancing over het station van Lokeren. De commandant draait zich om en zegt met strenge blik "Ge moet wel naar de cursus morgenvroeg hé mannen!" In één vlotte beweging gaan zeven handen de hoogte in, met elk een witte ringmap van de brandweerschool... "Da's voorzien commandant" De chauffeur gaat plat, en stamelt "het komt goed met de nieuwe lichting, commandant!" ... Onze naam was gemaakt. De praktijkopleiding was uiteraard het leukste. Die volgden we in Rodenhuize, naast de grote brandweerpost in de haven van Gent. De school zelf was voorzien van een grote hal, met daarin een huis van twee verdiepingen. Voor zover ik het mij herinner tenminste, we spreken 2000-2001. Daar heb ik mijn eerste warme oefeningen gehouden, en (primitieve) straalpijptechnieken aangeleerd gekregen. Blindlopen deden we daar in, op en onder alle soorten installaties en situaties. Maar het knapste was toch bij de buren. De brandweerpost Rodenhuize, was een gigantische kazerne. Mega-veel slaapgelegenheid, een eigen sporthal, een zwembad, een fitnesszaal, een grote kantine met niet minder dan drie glijpalen... Het kon niet op. Maar het neusje van de zalm stond in de kelder: een doolhof van kooien om door te kruipen met ademlucht, in het donker, op zoek naar slachtoffers. De kelder was voorzien van infrarood-camera's die gemonitord werden in een commandokamer... Geweldig om in te oefenen. Die kazerne werd bemand door... vijf man. Het gebouw was zwaar aan het verkommeren. Men had een aantal jaar daarvoor geanticipeerd op de uitbreiding van de haven van Gent. Daarvoor zou een grote post moeten voorzien worden, want met de uitbreiding van de industrie daar zou het risico ook exponentieel vergroten. Uiteindelijk is die uitbreiding niet doorgegaan, en is de post Rodenhuize nooit verder geraakt dan een voorpost te zijn, van waaruit een autopomp vertrok. Het gebouw is inmiddels zelfs weg, ferm staaltje belastinggeld verkwisten als je't mij vraagt. En zonde van zo'n prachtig gebouw. Uiteindelijk zijn we alle zeven-plus-één geslaagd in de cursus (grote onderscheiding!). Ik heb het om persoonlijke redenen niet volgehouden in Lokeren, en ben terug naar Edegem verhuisd. Maar ik heb er niets dan goede herinneringen aan overgehouden: een pracht van een dochter, een ex-lief en -schoonfamilie uit de duizend, en de basis voor een mooie brandweercarrière. Lokeren is zo een onuitwisbaar deel van mijn leven geworden. Door het samenvallen van de opendeurdag in Lokeren en Edegem, ben ik niet meer in de kazerne geraakt. Maar na deze blog, denk ik dat ik dit jaar maar eens in Lokeren een pintjen ga drinken. Of een pireisoepken. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|