Inspiratie is soms ver te zoeken. Niet dat ik mezelf een schrijver vind, maar elke schrijver kan het u wellicht vertellen. Writer's Block, de nachtmerrie van elkeen die met schrijven zijn brood verdient... Ik heb er zelf ook wat last van. Daar waar de verhalen vlotjes uit mijn toetsenbord tevoorschijn kwamen in de eerste jaren van deze blog, heb ik de afgelopen jaren niet veel verse verhalen gedeeld. Ik zat er niet echt mee. Ik verdien mijn brood immers op een heel andere manier dan als verhalenverteller. Mijn vaste "fans" polsen af en toe wel eens hoe het zit, maar als het vat leeg is, is het leeg. Tot het moment dat er iets gebeurd of passeert dat het vuur weer aanwakkert. Zelfs gewoon een stom voorwerp kan een spontaan moment van schrijfdrift veroorzaken. Al gaat daar wel een gebeurtenis mee gepaard, toch is het een simpele reiskoffer die mij aanzet tot dit verhaal. In 2002 heb ik mijn echtgenote leren kennen. Zij had in haar toenmalige relatie haar koffer gepakt, en was terug onder de veilige vleugels van haar ouders gekropen. Ongeveer terzelfdertijd was ook ik met mijn koffer onder de arm terug naar mijn ouderlijk huis getrokken. Niet alleen mijn ouders, maar ook mijn brandweerkorps heeft mij toen terug in de armen gesloten. Korporaal Guido was één van de vaste waarden in het korps die mij meteen terug thuis deed voelen. Naast de kazerne wonend was hij één van die mannen die er bijna elk alarm bij was. De generatiekloof maakte dat hij niet meteen één van de mannen was waar ik dagdagelijks mee omging, maar het onderling respect in kader van de brandweer was er wel van in het begin. Een week voor mijn eerste Sint Barbara-feest sinds mijn terugkeer, gingen we naar goede gewoonte met een stevige delegatie naar het brandweerbal van ons buurkorps Kontich. En daar zat ze dan, in haar ééntje aan een tafel. Ze was BOB voor haar pa, de korporaal. Eens aan de praat geraakt bleek dat we heel wat gemeen hadden. De collega's deden er wat plagerig over ("neem een kamer"), maar pa zag dat het goed was. We spraken de vrijdag daarop af om iets te drinken, waar ik haar ook meteen meevroegnaar onze Sint Barbara de volgende dag. Wat ik toen niet wist was dat korporaal Guido toen al had gevraagd of hij geen date met mij moest regelen voor het bal... Hij mocht zich niet moeien, dus hij heeft het me nooit gevraagd. Hij viel haast van zijn stoel toen hij zijn dochter in een mooi kleed aan mijn arm zag binnenkomen in de feestzaal... Korte tijd daarna namen we beiden onze koffers om te gaan samenwonen. Snel maar zeker van onze zaak, en met de steun van beider ouders. We hebben wel wat adresjes versleten in die periode voor we ons nestje hadden gevonden. Die koffers zijn nooit lang ongepakt gebleven. Van de Hovestraat naar Elsbos, waarna we het huisje van de kazerne betrokken. Als brandweerman in hart en nieren was hij zo fier als een gieter toen zijn dochter als conciërge-dispatcher in dienst kwam van de brandweer. Hij trachtte ons bij te staan met raad en daad, met wisselend succes... De eerder genoemde generatiekloof zorgde uiteraard af en toe wel eens voor spanningen. Gelukkig zonder blijvend letsel. We hadden allemaal onze baggage bij, om een beetje bij de titel te blijven. Maar uiteindelijk kwam altijd alles goed. Ik durf te denken dat hij toch ook een beetje fier was toen ik bevorderd werd tot sergeant, ook al was ik een aangetrouwde snotneus... De familiale omgang in ons privéleven maakte ongelooflijk vlot plaats voor een professionele hierarchie tijdens interventies of oefeningen. Ik sprak hem steeds respectvol aan met korporaal, na mijn bevordering was ik voor hem sergeant. Beetje vreemd zo van uw schoonpa. Maar enig gebrek aan professionalisme kon je hem nooit verwijten. Hij heeft mij altijd als familie aanvaard. Zo voelde het althans. De zeldzame familiale twisten incluis, maar vooral het warme nest dat steevast wachtte in de ardennen waar ze intussen zijn gaan wonen na zijn pensioen. Ja, ook mijn schoonouders hebben hun koffers gepakt om hun droom achterna te gaan. Sinds een zestal jaar wonen zij definitief in de ardennen. Niet altijd een cadeautje natuurlijk. De afstand zorgde vanzelfsprekend voor minder "quality time". De zwaarste periode was toen hij een zestal jaar terug een hersenbloeding kreeg. Hij werd per helicopter naar het UZ van Luik gebracht, waar ze hem een tijdlang op Intensieve Zorgen hielden. Sabrina had uiteraard onmiddellijk haar koffer gepakt om haar moeder te steunen, terwijl ik verlof nam om de permanentie in de kazerne te kunnen verzekeren. Kudos aan de Luikse artsen en verplegend personeel, hij kwam eruit zonder blijvende schade. Ik dierf hem wel eens plagen door te zeggen dat hij niets mankeerde wat er daarvoor al niet aan scheelde... maar we kusten onze twee pollekes om het op zijn Vlaams te zeggen dat hij er niets aan overhield. Dat zo'n geluk iemand twee keer te beurt zou vallen, durft niemand hardop te hopen. Toch werden we onlangs weer met slecht nieuws geconfronteerd. Bij een routine controle werden vreemde waarden ontdekt. Verder onderzoek wees uit dat zijn lever een serieus probleem had. Door een lekkage (om het simpel uit te drukken) van de gal, was zijn lever stilletjesaan aan het kapotgaan. Nogmaals, om het simpel uit te drukken. Ik ben geen dokter... Het was zelfs zo erg dat een transplantatie zich opdrong. Hij stond officieel op de wachtlijst, wat wil zeggen dat hij zich binnen de vier uur moest kunnen aanbieden in Gasthuisberg in Leuven. Een lelijke streep door de rekening. Hij had immers net een mobilhome gekocht om eindelijk eens zijn koffer te kunnen pakken om een stukje van de wereld te zien. Diezelfde koffer moest nu klaarstaan als men een lever ter beschikking zou krijgen. Luguber idee wel, zeker als hulpverlener. Hij heeft in zijn 40-jarige carriére bij de brandweer ironisch genoeg talloze "donoren" door zijn handen zien gaan. Wie staat erbij stil dat hij er ooit zelf op zou moeten rekenen? Een heel bizarre gewaarwording. Een maand na de definitieve diagnose gebeurde het onvoorstelbare. Sabrina krijgt een telefoontje. Of zij voor haar pa even naar de boekhandel kan gaan om een boek dat hij besteld had op te halen? "Oh ja, en ik ga waarschijnlijk niet aanwezig kunnen zijn met Sint Barbara binnen twee weken." Sabrina: "Hoe komt het? Voel je je niet goed?" "Oh jawel hoor, maar ik moet om 12u vannacht in Leuven zijn voor de transplantatie"... Typisch. We weten uiteraard niet of de zorgeloosheid in zijn mededeling gespeeld was of niet, maar het hielp ons wel in het verwerken van al die toestanden. Die nacht ging hij dus, met zijn koffer, naar Gasthuisberg voor zijn tweede herkansing. Routine-ingreep. Ze doen er daar immers zo tientallen per jaar. Na bang afwachten, de uren leken dagen, krijgen we 's anderendaags om halfvijf 's avonds het verlossende bericht: Operatie geslaagd! Uiteraard zijn het nog spannende dagen, een levertransplantatie is, om het met de woorden van de chirurg te zeggen, de "meest invasieve ingreep in het abdomen", vergeef mij als ik de medische termen fout heb. Gene kattepis, zeggen ze in't Vlaams. Na enkele dagen op Intensieve Zorgen mocht hij op een gewone kamer. Alles ging perfect, beter dan verhoopt. De koffer die klaarstond, waar hij op Intensieve niet veel aan had natuurlijk, mocht komen. Sabrina zat er dagelijks. Afgelopen zondag was ik erbij. Eindelijk terug wat kleur, en veel praat tegen de verpleegster waar hij al van naar zijn voeten had gekregen... Duidelijk terug de oude aan het worden. Dat was gisteren. Vanochtend haalde de realiteit ons keihard in. Na een onderzoek nog voor het ontbijt was alles in orde. Twee uur later werd na verwoede pogingen de reanimatie stopgezet. We zijn in de namiddag naar het ziekenhuis geweest. Hem nog eens gezien. De artsen gesproken. Geen antwoorden gekregen, maar we zijn er van overtuigd dat men er alles aan gedaan heeft om hem die tweede kans te gunnen. Het lot heeft er anders over beslist. Hier lopen we dan. Door de lange gangen van Gasthuisberg. Wezenloos. Vol ongeloof. In mijn hand zijn koffer, waarin zijn gsm rinkelt. De koffer die nog zoveel bestemmingen had. Slaap zacht pake. Als iemand zijn rust verdient heeft, ben jij het.
13 Comments
|
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|