In 1999 zette ik mijn eerste stapjes in de brandweerwereld. Daarmee ben ik deze blog begonnen, dus daar hebben we al mee gelachen... Maar na dat prille begin heb ik uiteraard de stiel moeten leren ook. Daar ik bij de brandweer gekomen was net na aanvang van de cursus, was ik tot dan toe enkel intern opgeleid. Ik had nog geen schoolbank gezien. Net geen jaar in dienst, niet lang na de millennium-overgang, ben ik verhuisd naar Lokeren, de thuisstad van mijn toenmalige vriendin. Ik mij uiteraard zo snel mogelijk gaan aanmelden bij de plaatselijke brandweer. Een paar weken later mocht ik naar de kazerne komen om de start van de pré-stage bij te wonen. Die bestond uit zes weekavonden, één per week, waar werd uitgelegd wat een engagement bij de brandweer precies inhoudt. Eerst de platte wetteksten, taken en dergelijke. Dan een stukje over het opleidingstraject en stage, materiaal, uitrusting, wagenpark... Net iets anders dan ik gewend was in Edegem (no offense...) Na de pre-stage was het wachten op groen licht van het schepencollege. We waren immers nog altijd niet in dienst. Op een gegeven moment kreeg ik bericht van de brandweer, dat ik op een zaterdag naar de Provinciale Brandweerschool Oost-Vlaanderen mocht. Ik vraag of we dan kledij krijgen? Antwoord was neen: we waren nog steeds niet aangenomen. Maar wel al naar school.... De theorie kregen wij, zoals toen op elke brandweerschool de gewoonte was, in de brandweerkazerne van Wetteren. De praktijk vond plaats in Gent Zeehaven, naast de indrukwekkende, inmiddels ter ziele gegane post Rodenhuize. Ik moet er waarschijnlijk geen tekening bij maken, dat ik redelijk uit de toon viel. Ginds was ìk natuurlijk "die van over't water", wat toch even wennen is als je altijd in het "centrum van de wereld" hebt gewoond... Eens ze daar wat gewend geraakt waren aan mijn taaltje en onbedoelde, maar onmiskenbaar aanwezige Antwerpse arrogantie, Beerschotfan dan nog, zijn we eigenlijk een hechte groep geworden. Die was trouwens fel uitgedund. Naar goede gewoonte weet ik nu. Van de twintigtal kandidaten op de eerste dag van de pre-stage, waren we nu nog met zeven... Om dat oneven getal te compenseren hebben we de enige kandidaat-brandweerman van het nabijgelegen Lochristi geadopteerd: Peter (Lochristi), Frank, Roland, Andy, Jimmy, David, Steven, Koert en (ik denk Jurgen?) Stals. Elke zaterdag én zondagvoormiddag hadden we les. De theorielessen in Wetteren waren saai zoals élke theoretische uitéénzetting, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door de goede zorgen van Beaatjen. Bea was een soort van conciërge, die met elke oproep mee uit haar bed werd gezet om de kantine te openen. Ja, de mannen van Wetteren werden goed verzorgd. Legendarisch was onze wekelijkse eerste bestelling, om half-acht voor aanvang van de les: "Beaatjen, zeven pireisoepkes en een pintjen" Zij: "Da meende ni hee", waarop wij weer: "Doe dan maar acht pintjes"... Tja, lol getrapt hebben we wel. Op een dag was er een bal in Lokeren. Je moet weten dat Lokeren nog een bastion was waar tradities standhielden. Sint Barbara, waarover je eerder al kon lezen, was enkel voor de brandweerlui bestemd. En duurde twee dagen... Ik zie het mezelf nog niet gaan vertellen thuis. Om dat te compenseren, was er dus in het midden van het jaar een bal, waarop de wederhelften mee mochten komen. 25€ voor een drie-gangenmenu in een chique kader. Mijn vriendin kon spijtig genoeg niet mee, waardoor ik alleen ging. Ik sta aan de inkom, en geef een briefje van 20€. Mijn voorganger konden ze nog nét weergeven, dus ik zeg met grote zwier: "Geef maar eens weer als ge terug wat in kas hebt" De brave man kijkt me glimlachend aan en zegt: "Het is 25€, per persoon... Maar geef de rest maar eens als ge wat in kas hebt..." Over en stop... Het was een reuze gezellige avond, waar ik door de collega's liefdevol in de armen werd gesloten, als enige zonder vrouw. En na onze droge doop in de vorm van de Plop-dans (er volgt later nog een natte), voel ik mij helemaal lid van de bende. Eén ding is zeker, brandweer Lokeren zorgt voor de zijnen. Na afloop van het feestje, wordt iedereen die dat wenst met het personeelsbusje naar huis gebracht. "De zeven" doen uiteraard het licht uit, en rijden mee met de laatste rit van het busje. Ook de toenmalige commandant van Lokeren, kpt. Frans De Bondt, reed mee. Van die man zei men dat hij al commandant was, toen hij nog adjudant was... Berucht wijd in de omtrek. De chauffeur vraagt ons waar hij ons moet afzetten. "Het Wiel" was het éénsluidende antwoord. Dat was een café-dancing over het station van Lokeren. De commandant draait zich om en zegt met strenge blik "Ge moet wel naar de cursus morgenvroeg hé mannen!" In één vlotte beweging gaan zeven handen de hoogte in, met elk een witte ringmap van de brandweerschool... "Da's voorzien commandant" De chauffeur gaat plat, en stamelt "het komt goed met de nieuwe lichting, commandant!" ... Onze naam was gemaakt. De praktijkopleiding was uiteraard het leukste. Die volgden we in Rodenhuize, naast de grote brandweerpost in de haven van Gent. De school zelf was voorzien van een grote hal, met daarin een huis van twee verdiepingen. Voor zover ik het mij herinner tenminste, we spreken 2000-2001. Daar heb ik mijn eerste warme oefeningen gehouden, en (primitieve) straalpijptechnieken aangeleerd gekregen. Blindlopen deden we daar in, op en onder alle soorten installaties en situaties. Maar het knapste was toch bij de buren. De brandweerpost Rodenhuize, was een gigantische kazerne. Mega-veel slaapgelegenheid, een eigen sporthal, een zwembad, een fitnesszaal, een grote kantine met niet minder dan drie glijpalen... Het kon niet op. Maar het neusje van de zalm stond in de kelder: een doolhof van kooien om door te kruipen met ademlucht, in het donker, op zoek naar slachtoffers. De kelder was voorzien van infrarood-camera's die gemonitord werden in een commandokamer... Geweldig om in te oefenen. Die kazerne werd bemand door... vijf man. Het gebouw was zwaar aan het verkommeren. Men had een aantal jaar daarvoor geanticipeerd op de uitbreiding van de haven van Gent. Daarvoor zou een grote post moeten voorzien worden, want met de uitbreiding van de industrie daar zou het risico ook exponentieel vergroten. Uiteindelijk is die uitbreiding niet doorgegaan, en is de post Rodenhuize nooit verder geraakt dan een voorpost te zijn, van waaruit een autopomp vertrok. Het gebouw is inmiddels zelfs weg, ferm staaltje belastinggeld verkwisten als je't mij vraagt. En zonde van zo'n prachtig gebouw. Uiteindelijk zijn we alle zeven-plus-één geslaagd in de cursus (grote onderscheiding!). Ik heb het om persoonlijke redenen niet volgehouden in Lokeren, en ben terug naar Edegem verhuisd. Maar ik heb er niets dan goede herinneringen aan overgehouden: een pracht van een dochter, een ex-lief en -schoonfamilie uit de duizend, en de basis voor een mooie brandweercarrière. Lokeren is zo een onuitwisbaar deel van mijn leven geworden. Door het samenvallen van de opendeurdag in Lokeren en Edegem, ben ik niet meer in de kazerne geraakt. Maar na deze blog, denk ik dat ik dit jaar maar eens in Lokeren een pintjen ga drinken. Of een pireisoepken.
4 Comments
Roland
13/2/2015 14:17:56
Hallo,
Reply
16/2/2015 00:13:29
Hey Roland! Zo zakelijk...? ;-)
Reply
Leave a Reply. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|