Trouwe volgelingen van deze blog hebben kunnen zien hoe wij een serieuze investering in een nieuwe toekomst hebben gedaan, om van een leven in de brandweer naar het "normale" leven over te stappen. In 2015 hebben wij een bescheiden huisje gekocht. Zo'n 30 meter naast de kazerne, zodat mijn gezin van de lasten af is, maar ikzelf mijn rol nog kan behouden. Eéns pompier, altijd pompier hé. Het huis was dat van mijn schoonouders. Het dateert van 1922, ik kan er een paar jaar naastzitten. Mijn schoonouders hebben er een jaar of 35-40 in gewoond. Goed onderhouden, maar het was op. Het was ook klein, en ingedeeld in 8 afzonderlijke ruimten. De elektriciteit had zijn beste tijd gehad, de loodgieterij eveneens. De benedenverdieping was redelijk hoog, terwijl de eerste verdieping zeer laag was. Je kon nauwelijks een kast zetten door het schuine pannendak. De trap stond zowat in het midden van het huis, van kelder tot 1ste verdieping, wat ook een enorm plaatsverlies tot gevolg had. Maar er viel iets van te maken, daar waren we vast van overtuigd. Wij onze ideeën voorgelegd aan een architect, die alles op papier zette. Het zou een mooi ding worden... Met het beetje geld dat we overhadden zouden we de markt opgaan om onze veranderingen te financieren. Alles kost verdomd veel geld, zeker als je iets wil laten doen... Met alle respect voor de zelfstandige stielmannen, maar gezien de beperktheid van onze mogelijkheden zijn we voor een combinatie gegaan van: de dragende, moeilijke onderdelen en zaken die onmiskenbaar récht moeten zijn, gebeuren door een aannemer, alle andere zaken doen we zelf, al dan niet with a little help from our friends. Dat zou haalbaar én betaalbaar zijn. Dachten we. We zijn er toen rond november aan begonnen. De bouwvergunning was afgeleverd, de aannemer vastgelegd, we konden er invliegen. Eerst natuurlijk vooral afbraak als voorbereiding voor de eerste aannemerswerken. Die relatie verliep behoorlijk moeizaam... Ik ga hier niet riskeren van een klacht wegens laster of zo aan mijn broek te krijgen, dus ik ga niet in detail treden. Maar achterstand, niet nakomen van afspraken, een persoonlijk ongeval van de aannemer, een verhuis zonder contactgegevens achter te laten, afspraken éénzijdig veranderen waardoor nog méér achterstand werd opgelopen... alles is de revue gepasseerd. Uiteindelijk heeft hij gedaan wat hij moest. De kwaliteit is triestig, de afwerking in sommige gevallen onbestaande, maar we zijn er vanaf, zonder al te zware financiële schade. Er zijn er die het slechter vergaan is. Dus de paar duizend euro verschil, én het jaar achterstand in afronden der werken doorgespoeld, en vol goede moed aan de tweede etappe begonnen. Binnenmuren, isolatie, chape, daken, alle nutsvoorzieningen, vloerverwarming, ... The works. Intussen zijn we beiden aan het werk. Het moet immers allemaal betaald worden. Ik mijn fulltime job als preventieadviseur, na de uren vrijwillig onderofficier bij de brandweer. Mijn vrouwtje parttime dispatcher/conciërge van datzelfde brandweerkorps, en parttime verpleegkundige in een ziekenhuis, afdeling nierdialyse. Het feit dat we conciërge waren was een zegen, in die zin dat we geen dubbele huishuur hadden, of niet in het huis moesten intrekken tijdens de zware verbouwingen. Veel mensen hebben die luxe niet. De keerzijde van de medaille is dat Edegem/Lint een behoorlijk drukke post is. Afgelopen jaar meer dan 2700 interventies. Kan u zich voorstellen dat dat een redelijk druk leven is... Om die tweede reden hebben we moeten besluiten dat onze eerste deadline (een jaar na aankoop) al absurd was, maar ook de tweede (twee jaar na aankoop) meer ingegeven was door naïviteit dan door kennis van zaken. Dat heeft ons een eerste terugvordering van de belastingen gekost: 2700€ wegens het nog niet verhuisd zijn. Pijnlijk, maar bon, tegenslag nog maar eens wegslikken, en er terug tegenaan. Deadline nog maar eens verlegd, en stevig uit onze pijp gekomen om ons droomhuisje af te krijgen. Onze opzeg intussen gegeven bij de zone. Op hun verzoek hebben we zes maanden opzeg gedaan in plaats van drie, zodat er voldoende tijd was om vervanging te vinden. En het gaf natuurlijk nog wat tijd om enkele dingen af te werken. Eindelijk, na drie jaar ons steendood te werken, kunnen we verhuizen. Alles (of toch veel) zit in dozen. We hebben een stevige ploeg verhuizers geronseld, uiteraard bij de brandweer, en zijn er klaar voor. Tot er een week voor de verhuis een brief in de bus valt van de Vlaamse Belastingsdienst... Blijkbaar hebben wij nog een korting gekregen op één of ander tarief, met als voorwaarde dat wij binnen de drie jaar in het huis moeten zijn ingetrokken. We zitten inmiddels aan drie jaar en drie maanden. De rekening die gepresenteerd wordt: Net geen vijftienduizend euro. Vijftienduizend euro. Ik herhaal: Vijftien-duizend-euro... Wij in zak en as natuurlijk. Contact met de belastingen en de notaris maakt duidelijk dat wij hier wel degelijk voor hebben getekend. Tja, één van die twaalvendertig handtekeningen zal daarvoor geweest zijn... Ons bezwaar bestond uit drie luiken: Een jaar achterstand door de aannemer: Van tafel geveegd. "U hebt uw verbouwingen zo zwaar gemaakt als u zelf wenste, wetende dat de tijd beperkt was. Het daaraan gekoppelde risico hebt u bewust genomen." Dubbele opzeg voor de brandweer, mét verklaring van de Zonecommandant dat zij "vragende partij waren om de openbare veiligheid te garanderen"... Prachtig geformuleerd, waarvoor nog steeds grote dank: Van tafel geveegd. "Door uw opzegtermijn te verlengen hebt u bewust de keuze gemaakt om de uiterste datum niet te respecteren." Tot slot, nog maar eens een vergissing van ons. Ik ben twee maanden arbeidsongeschikt geweest, in september en oktober. Gezien de deadline in oktober viel, miste ik zo twee maanden van mijn termijn. Ik ben in november verhuisd. Trek daar de twee maanden vanaf, en we zitten wél binnen de termijn: Van tafel geveegd. "Het einde van de termijn was 4 augustus, niet oktober. Uw ziekteperiode viel dus volledig buiten de termijn, en doet niet terzake"... Schaakmat. Intussen hebben we onze personenbelasting binnen. We wisten dat die zwaar ging zijn, twee parttime jobs zijn immers ook crimineel, dus daar waren we op voorzien. Zesduizendzeshonderd euro. Ik schrijf de bedragen voluit om de juiste impact ervan te doen overkomen. Voelt u het ook al een beetje? Dat maakt de mooie som van meer dan éénentwindigduizend euro. Wauw. Auw. En vanaf 1 februari nalatigheidsinteresten. Lieve Lisbeth, Mag ik Lisbeth zeggen? Ik ga het gewoon doen. U kost mij belachelijk veel geld, dus ik eigen mezelf dat recht even toe om familiair te worden. Ik neem mezelf al voor om beleefd te blijven, dus voornamen moeten kunnen denk ik. Ik kan niet anders dan mea culpa slaan. Alles wat u schrijft is waar. Ik heb ervoor getekend. In mijn naïviteit ben ik, na drie jaar, vergeten dat er een zwaard van Damocles boven de hoofden van mijn gezin hing. Onze notaris zal dit wel hebben verteld, daar twijfel ik niet aan. Hij heeft enkele duizenden euro opgestreken om, laat ons eerlijk zijn, wat papieren te sorteren, en nu wast die zijn handen in onschuld. Hij heeft het tenslotte verteld, nietwaar? Mijn echtgenote wist dat ze meer belastingen moest betalen door de dubbele parttime. Die schade hebben we ook netjes opzijgehouden. dat was niet eenvoudig, want verbouwen kost geld, weet u? Maar we zijn er flink afgebleven. Voor ú, Lisbeth. Een plafond is niet levensnoodzakelijk immers. Dat doen we later wel een keer. U hebt een speciale beroepskeuze gedaan Lisbeth. Je moet dat kunnen volgens mij. Mijn vrouw en ikzelf zijn gepokt en gemazeld in de hulpverlening. Zij is als verpleegkundige zeer graag gezien door haar doorgaans bedlegerige patienten. Altijd een babbel en een glimlach, regelmatig een compliment in ruil. Meer moet dat soms niet zijn. Als dispatcher bij de brandweer was ook geen moeite teveel. Niet voor de eigen collega's, niet voor hulpbehoevenden die belden. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar we hebben al eens op een verslag een "loshangende tak" gemaakt van een kat in een boom. Dat laatste doet de brandweer namelijk niet meer, de tak nog wel. Dat beestje had hulp nodig en die mensen zouden zelf risico's genomen hebben, dus moet je al eens buiten de lijntjes durven kleuren. Ikzelf ben nu bijna 20 jaar brandweerman. Geen taak is te zwaar of te heet, mensen helpen is een roeping denk ik. Zo is er ooit een dame geweest die zichzelf had buitengesloten. binnen lag haar medicijn voor suikerziekte. Het verdict van de toenmalige bevelvoerder was "slotenmaker bellen, niet dringend genoeg voor de brandweer"... Het dametje was in paniek en wist niet waar naartoe. Ik heb toen een collega opgebeld, en buiten onze dienst om zijn we naar dat gebouw gegaan. Via het dak van de buren heeft mijn maat me laten zakken tot voor een open venster op de tweede verdieping. Zo ben ik binnengeraakt, en heb ik het mensje haar sleutels en medicijn kunnen geven. Misschien niet netjes, zo achter de rug van de leiding, maar soms moet je gewoon de regels even naast je kunnen neerleggen. Gewoon, om goed te doen. Ik wil maar zeggen, misschien goed dat u daar zit, Lisbeth. En niet ik of mijn vrouw. Wij zouden elke keer zwichten voor de zielige verhalen, die iedereen wel heeft op zo een moment. U niet. U bent sterk genoeg om mensen zoals ik terecht te wijzen. Dat is ongetwijfeld ook nodig. Maar het moet in je zitten. In mij zit dat niet, Lisbeth. En ik ben er blij om. Ik zie dat u een dochtertje hebt. (Uw sociale media is redelijk onbeschermd, en ik wilde mijn gesel eens zien. Ik wil weten met wie ik te maken heb. Geen angst, ik ben een simpele hulpverlener, ik wou u écht gewoon eens zien. U moet maar wat minder naief zijn, net zoals wij) Kan u zich voorstellen dat u voor het vierde jaar op rij aan uw kind moet zeggen dat er geen vakantie inzit? Drie jaar verbouwen, en nu waarschijnlijk de auto moeten verkopen om u te betalen. Onze kinderen zijn al veel jaren sterk. Sterk in het vooruitzicht van een ander en vrijer leven na de brandweer. Die permanentie heeft immers ook op hen gewogen. Sterk tijdens drie jaar quasi zonder ouders in hun sociaal leven. Wij waren immers aan het werken, interveniëren of aan het verbouwen. Hen belonen met een reisje naar pakweg het door hen geliefde Hongarije zal niet gaan dit jaar. Sorry kindjes. Ik weet dat het mijn eigen domme schuld is, maar ik ga hen tóch wel vertellen dat het komt omdat Lisbeth ons geld afneemt, kan u daarmee leven? Vast wel. Ik denk in uw functie dat u ergere dingen te horen krijgt. U bent nogal een fan van carnaval, dus mocht u toch al eens een slapeloze nacht hebben, doet u dat vast geen zeer. Carnavalisten kunnen op dat vlak tegen een stootje. Dat laatste toont aan dat u gevoel voor humor hebt Lisbeth. Da's vreemd. Dat is niet wat ik mij voorstel bij een ambtenaar van de belastingen. Ligt waarschijnlijk ook aan mezelf... Een tandarts is voor mij ook nog altijd een kalende man op leeftijd met een rond brilletje en een litteken op de kaak... De mijne ziet er helemaal niet zo uit, maar het stereotype blijft hardnekkig hangen. Lisbeth, u merkt dat ik weinig respect kan opbrengen voor uw stiel. Uw gebrek aan empathie maakt u goed in uw werk waarschijnlijk, maar maakt u in mijn ogen een sater. Die bestonden vroeger in sagen en legenden ook alleen maar om mensen te sarren. U hebt het voor ons dit jaar werkelijkheid gemaakt. We knokken ons wel terug. We slapen nog niet onder een brug of zo, er zijn er die het erger hebben. Maar ons zo hard afstraffen omdat we onszelf overschat hebben, of het grootste project in ons leven onderschat, smaakt zuur. Heel zuur, als je ziet hoe wij ons al heel ons leven inzetten voor een ander. Voor diezelfde maatschappij die ons nu bij de keel (eigenlijk bij de ballen) vast heeft gegrepen. Het siert u niet, Lisbeth. Veel plezier nog komend Aalst carnaval. Het is voor ons vanaf nu onlosmakelijk verbonden met onmacht, woede en zelfbeklag. Ik zal aan u denken als ze de beelden op het nieuws geven. Denkt u eens aan ons als u hulpverleners op tv ziet. Groetjes, David.
0 Comments
Leave a Reply. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|