Eind jaren negentig, toen ik net bij de brandweer kwam, hoorde ik voor het eerst over een mogelijke nieuwe kazerne. De opendeurdagen, steevast het eerste volledig weekend van september, heb ik nog twee keer weten doorgaan in de kazerne, daarna altijd op verplaatsing. De kazerne, nog steeds op dezelfde locatie als waar het allemaal begon na 1925, was inmiddels een behoorlijke bouwval aan het worden. Niets om mee uit te pakken als je prat gaat op een reputatie als "onaantastbaren" als het op brandpreventie aankomt... In de tachtiger-jaren is onze basis een eerste keer zwaar onder handen genomen, én uitgebreid. Maar na de eeuwwisseling was het nieuwe er toch meer dan af. De kazerne bestond, toen ik begon, uit twee delen. De "villa Peetermans", en de garage van de gemeente. Ik heb mij laten vertellen dat de échte villa Peetermans in de Kontichstraat stond. Onze kazerne kreeg de naam van commandant Peetermans, de mede-stichter en eerste commandant van brandweer Edegem. De kazerne stond, na de eerste jaren onder het oude gemeentehuis gevestigd te zijn, op de hoek van de Herfst- en Zomerlei. Ze bestond uit een woning met twee garagepoorten en de kenmerkende toren die dateert van 1935. In 1983 kwamen daar de vijf garagepoorten van de gemeente bij. Desondanks was ook deze nieuwe kazerne na verloop van tijd te klein. U kan zich voorstellen dat een nieuwe kazerne niet goedkoop is. Dat is ook hetgene dat het meest in het oog springt... Drie miljoen euro asjeblieft. Een groot bedrag. Maar ik wil even, aan de hand van enkele persoonlijke ervaringen, duiden op de noodzaak. Toen onze voorgangers er om persoonlijke redenen de brui aan gaven, hebben mijn echtgenote en ik de fakkel overgenomen. De zoveelste in rij, om onze plaatselijke helden bij nacht en ontij de wereld in te sturen, naar zij die hulp nodig hebben. Eigenlijk zou ik daar wel eens een stamboom van willen zien... We zijn al wel met een paar... Maar dat terzijde. Ik heb al gezegd dat de kazerne twee gezinnen huisvest. Nu allebei in de Zomerlei, vroeger één in de Zomerlei, één in de Herfstlei, in de bewuste villa Peetermans. Dat huis was helemaal opgewoond, uitgeleefd, of hoe je het ook wil noemen. De tand des tijds had, net zoals in de rest van de kazerne overigens, zijn sporen nagelaten. Het was nochtans een mooi huis. Inkomhal, links woon- en eetkamer, grote keuken, een klein bureautje dat via een raam uitkeek op de kleedkamer/garage (Nu ja, de tankwagen eigenlijk. Als die binnen stond, was dat recht voor het venster en was er niet veel te zien buiten de witte watertank...). De houten draaitrap naar boven, waar de badkamer en drie slaapkamers zich bevonden. Helemaal mijn "goesting": Houten vloeren en trappen, beetje onvoorspelbare indeling van de kamers met trapje op- trapje af en hoekje om... Leuk. Maar het mocht iets minder spannend zijn. In het begin sneuvelde er al eens iets. Mijn eerste laptop heeft het daar begeven. Opgesmoord, zoals men pleegt te zeggen. Dat gebeurt zeker? Die Japanse dingen zijn daarvoor gemaakt hé. Pats! T.v. kapot... Tja, een nieuwe was het niet. Zonde, dat wel. Op een keer zit Sabrina in de zetel, terwijl ik in de keuken zit. Opeens een knal! Sabrina wijst, vanuit haar schuilplaats onder de zetel (haha), naar de DVD-speler, waar rook uitkomt. Ik trek hem uit het stopcontact, en besluit hem open te vijzen. Binnenin blijkt er gewoon een condensator geëxplodeerd te zijn! Dàt kan je bezwaarlijk nog op slijtage steken... De t.v., DVD en de laptop, samen met een karrenvracht gloeilampen, zijn we even gaan aankaarten bij de gemeente. "Hebben jullie daar nog rekeningen van?" Ik weet niet hoe dat bij de meesten onder jullie zou zitten, maar wij vingen dus bot. Het spannendste qua elektriciteit (die overigens met lood geïsoleerd was, om even te schetsen), was mijn "poltergeist-ervaring". Op een nacht, de rest van het gezinnetje sliep al, schakel ik de (nieuwe) t.v. uit, en steek het licht in de eetkamer aan. In de keuken drink ik nog iets, en ga dan richting bed. Ik doe het licht in de eetkamer uit, maar één van de gloeilampen blijft aarzelend branden. Ik frons de wenkbrouwen, en schakel het licht terug aan. De aarzelende lamp gaat hierop uit, de rest brandt. Ik denk, die heeft de geest gegeven, en doe het licht terug uit. Daarop begint mijn spooklamp terug aarzelend licht te geven... Licht aan, spooklamp uitgevezen, licht uit en onder de wol gekropen... Na eerst even onder bed te hebben gekeken, je weet maar nooit... De eerste interventie die ik heb laten doen door de brandweer was pannen terugleggen na een storm. Dat overkomt dus inderdaad de beste, als ik mij zo mag uitdrukken... Da's niet erg. De tweede keer was minder leuk. Op een avond gaat Sabrina naar de kelder. Halverwege de trap stopt ze, en roept ze mij. Ik kom in de kelder, waar ze mij wijst op een gasgeur. Ik heb zowat de reukzin van een gepensioneerde herdershond met een verkoudheid, maar we zitten aan de bron, nietwaar? Ik haal in de kazerne de explosiemeter en ga de kelder in. Geen resultaat, voor de kenners: LEL 0%. Toch ruikt ze gas. We hebben nog één speeltje dat ik kan bovenhalen, maar daar verwacht ik niet veel van. Een lekzoeker, beetje speelgoed van de loodgieter om gericht lekken op te sporen in leidingen. Ik sta nog aan de bovenste trap, als dat ding rood oplicht en begint te piepen als een bezetene... Laag alarm gelijk overgeslagen, ineens naar hoog alarm. Naar gevaar toe: er is duidelijk een lek, maar mijn explosiemeter zegt nog steeds niets. Dus we zitten nog goed. Vertel dàt aan je echtgenote als ze gas ruikt en net een weetikveelwatjemedatnoemtdingetje volop in alarm heeft zien gaan. Succes verzekerd... Gas afgesloten, alles goed verlucht, en er op uitgekomen dat de leiding in stalen buis was en onbeschermd in twee muren was gemetst. Het cement had door de jaren zo in het staal ingevreten, dat het gas gewoon uit de muur naar buiten kwam... Had ik al verteld dat we dat ontdekten tijdens het kerstverlof...? Timing is nooit onze sterkste kant geweest als het over ons eigen welzijn ging. Gelukkig was onze officier met dienst toen de loodgieter van de gemeente. Dankzij zijn hulp hadden we snel een nieuwe leiding, en een warm en gerust kerstfeest. Kers op de taart was wel een herfst/winter later... Ik werkte toen in Nederland. Lange dagen van huis. Toeval of niet, maar die dag had ik gebeld naar het werk voor een dagje verlof. Ik had er hélemaal geen zin in die dag. Een baaldag, zeg maar. Op de middag zitten we gezellig met zijn twee in de zetel. We zijn van dienst. Ineens hoor ik in de garage een persluchtleiding blazen. Dat is niet de eerste keer dat dat gebeurt. Onze vrachtwagens hebben remmen die werken op perslucht. De remmen staan in gesloten toestand, tot de inwendige compressor van de wagen voldoende druk heeft opgebouwd om de remmen te openen. Dan pas kan je vertrekken. Gezien een brandweerwagen geen tijd heeft om daarop te wachten bij een alarm, worden de remmen op druk gehouden door een compressor in de kazerne, die met een slang met koppeling op een ventiel van de wagen aangesloten wordt. Af en toe schiet er zo eens een slang of koppeling los, om wat voor reden dan ook. Dus ik, tegen mijn zin, de zetel uit om de bewuste slang te zoeken. Iedereen is immers weg: commandant, beroepskorporaal en de gedetacheerde sergeant zijn allen naar huis gaan lunchen. In de kazerne aangekomen, merk ik dat de compressor behoorlijk over zijn toeren aan het gaan is. Letterlijk. Ik roep naar Sabrina: "Bel de commandant eens op, er is iets mis." Het klinkt écht niet goed in de compressorruimte. Terwijl Sabrina de commandant opbelt, zie ik dat er dikke zwarte rook komt door een gat in de muur, waar leidingen doorlopen. Ik gil naar Sabrina: Alarm! Algemeen! (De term voor binnenbrand, levensgevaar, industriebrand, ... algemeen alarm wil zeggen dat twee pelotons worden opgeroepen. Bij deze term is het menens.) Sabrina heeft op dat moment de commandant aan de lijn: "Brand in de kazerne!" en ze haakt in zonder op een antwoord te wachten. Dan alarmeert ze de manschappen. De compressorruimte is een ruimte die tegen onze woonst grenst. Boven ligt mijn zoontje te slapen. Ik neem de brandblusser die naast de deur hangt en ga terug naar het betreffende lokaal. Ik open de deur een stuk, volgens de mij aangeleerde procedure. Als je een deur waarachter een vuurhaard schuilgaat, zomaar opent, kan je de vlam wel eens letterlijk tegen krijgen. Denk aan de film Backdraft: minder dramatisch, maar je gaat een pijnlijke revalidatie tegemoet, als je het kan navertellen! (Pientere geesten hebben uit dit stukje al een paar lessen kunnen halen...) Ik spuit de CO2-blusser leeg in de ruimte om tijd te winnen en loop dan naar mijn kapstok om mijn interventiekledij aan te doen. Ik zou gek zijn om de bescherming niet te gebruiken die ik voorhanden heb. Terwijl de mannen de kazerne komen binnengestormd, ga ik de vlammen te lijf met de muurhaspel die in de garage hangt. Dat tafereel moet op zijn manier ook hilarisch geweest zijn. Bij alarm schrijft de conciërge op het whiteboard dat in de kazerne hangt, wat de aard van de interventie is, en uiteraard het adres. Iedereen in de kleedkamer moet dat bord passeren op weg naar de wagens en weet zo wat er verwacht wordt. Nu is dat bord, om evidente redenen, leeg. De eerste mannen die binnenkomen, vragen waar ze heen moeten. Sabrina roept: "Brand, hier om de hoek!" "In de Lentelei?" "Nee, hiér om de hoek!" , terwijl ze wijst naar het compressorlokaal achter de seinkamer... Ik kan je vertellen dat héél de standaard uitruk in duigen valt, en alle automatismen op dat moment even zoek zijn. De commandant, intussen gearriveerd, maant de eerste chauffeur aan om buiten te rijden. Die eerste twee wagens staan immers naast het brandende lokaal. De chauffeur, nog niet goed beseffend wat er nu precies gaande is, snapt op dat moment nog niet goed waarom hij zou vertrekken zonder bemanning... Uiteindelijk is de schade meegevallen. De waterverwarmer, waar (toevallig?) de dag daarvoor onderhoud op was uitgevoerd, was uitgebrand. Enkele dozen met materiaal die eronder stonden hadden vuur gevat. Mea culpa, elk bedrijf heeft zo zijn zonden, zo ook wij. In een stookplaats annex compressorruimte hoort geen opslag. Daar zijn we zelf koud (eigenlijk warm...) op gewezen die dag. Ik was er gerust in, vanaf het eerste moment dat ik de brand ontdekte, dat ik binnen de twee minuten hulp ging krijgen. U denkt dat dat overdreven is? Ook u als collega brandweerman denkt daar het uwe over? Dat snap ik, maar de ligging van onze kazerne en het feit dat we als gewestelijk korps over 72 manschappen beschikken in de hoofdwacht, naast nog eens een kleine twintigtal in onze voorpost te Lint, zorgt ervoor dat we overal snel bij zijn, en gemiddeld in drie minuten buitenrijden met de eerste wagen met zeven brandweerlui. Het bizarre was wel dat zowel VTM, VRT, ATV, Het nieuwsblad en de Gazet Van Antwerpen ogenschijnlijk samen met de rest van de collega's aankwamen... Allemaal voor mijn stulpje... Ok, ik ben niet iedereen, zeker...? :-D Al deze ervaringen maken van mijn echtgenote en mezelf wel een beetje ervaringsdeskundigen als het op miserie aankomt. We hebben een vrij groot inlevingsvermogen, wat ons volgens mij sterk maakt in wat we doen. Dat geloof ik toch graag. Maar geloof me wanneer ik zeg dat het een behoorlijke opluchting was toen Gouverneur Cathy Berx de eerste steen van onze nieuwe kazerne kwam leggen in 2009, en ze kwam inhuldigen in 2011. Achtentwintig jaar na de laatste renovatie, is de oppervlakte bijna verdrievoudigd en beschikken we over 14 poorten, een hypermoderne seinkamer en de nodige faciliteiten om onze kledij en materiaal deftig te onderhouden. Om nog te zwijgen over het moderne sanitair. Het kost allemaal iets, maar eerlijk, zijn we dat niet waard? Ook wij als conciërges hebben nu beschikking over een proper, mooi en modern appartement. Mét dakterras, waar de kindjes kunnen spelen in de week waar ze mee veroordeeld zijn tot binnenblijven omdat ma en/of pa de maatschappij moeten dienen. Alleen spijtig dat we inmiddels terug een paar wasmanden vol gloeilampen hebben afgevoerd. Sommige dingen veranderen nooit. We moeten écht bonnetjes beginnen bijhouden...
0 Comments
Leave a Reply. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|