Sommige interventies hebben net dat ietsje meer, dat er voor zorgt dat ze in je geheugen gegrift blijven. Soms is dat drama, soms een leuke anekdote, iets speciaal aan de timing of locatie,... Het volgende verhaal is er één van moed en zelfopoffering. Maar niet van wie je't zou verwachten. Ik zie mijn drie broers gemiddeld één keer in't jaar. Niet dat er een haar in de boter zit of zo, wij zijn gewoon niet zo aanhankelijk denk ik. Àls we samen zijn, gaat gewoonlijk het dak eraf... om te compenseren of zo. Die avond is het nog eens zover. Ik heb met onze oudste afgesproken in 't Centrum, voor een feestje met dj "Swiggy Vinyl", een plaatselijke beroemdheid en collega pompier. Het is een uur of tien 's avonds als "de bel" gaat. In brandweerfamilies worden er dan geen vragen gesteld, men weet dat een brandweerman op elk moment van de dag zijn schema overhoop kan moeten gooien. De mijne is echter geen brandweerfamilie... Ik neem het hen niet kwalijk, maar eraan wennen zullen ze nooit, denk ik. Feestje gedaan voor het begint dus, en we snellen naar de kazerne. De melding luidt: "uitslaande woningbrand, kinderen aanwezig in het gebouw". Wij zijn altijd serieus met onze job bezig, wat men ook van vrijwilligers moge denken. Maar na zo'n melding, gaat het er toch nog een pak geconcentreerder aan toe. Onderweg naar een interventie kan er al eens gelachen worden, of wat stoere praat verkocht worden -cowboystijl- maar op zo'n moment is er geen ruimte voor fouten, en is de spanning op alle gezichten af te lezen. Aangekomen op het adres, zien we dat een ziekenwagen en politie reeds ter plaatse zijn. Agent Wim, een plaatselijk zilverknoopje, ziet er wat aangebrand uit... ambulanciers zijn bezig met iemand in de voortuin. Een man wordt getroost door buren. Intussen likken de vlammen op het gelijkvloers tegen de muren, slaan ze naar buiten op de eerste verdieping door het raam, en strelen ze de dakpannen. We krijgen de melding van Wim: "iedereen is buiten!" Onze blauwe collega's weten op welke zaken zij moet letten bij een brand, en geven ons bruikbare informatie mee. Zij zorgden er ook al voor dat we onze voertuigen moeiteloos op een strategische plek konden zetten. Dit is één van de eerste keren dat ik met ademlucht een brandend pand ga betreden. Als brandweerman, word je getraind om "blind" te lopen. Dat mag je letterlijk nemen. In volledige bepakking, ademluchttoestel op de rug, masker op het aangezicht, worden wij geblinddoekt, voor we worden binnengestuurd. Zo moeten we de woning leren verkennen, slachtoffers zoeken en evacueren. In een met rook gevulde ruimte zie je namelijk niets. Daarom moet iedereen die aan de job begint, een doorgedreven opleiding volgen én slagen in een streng examen, alvorens aan het échte werk te mogen beginnen. Mij vertelden ze dat de training intensief is, maar dat je altijd wel iéts ziet. Nee dus... Binnen, bovenaan op de trap naar de eerste verdieping, zie ik al geen hand meer voor ogen. Oppassen geblazen. Een collega is intussen al door de vloer van de eerste verdieping gezakt... Gelukkig zonder erg. Ik ben binnengestuurd met korporaal Eddy. Da's de klassieke mix: snotneus met "ouwe", bleuke samen met ervaring. We betreden boven een kamer, die in lichterlaaie staat. Voor de kenners, een flashover had al plaatsgevonden. Dat risico liepen we niet meer. Ik mocht van Eddy de straalpijp vasthouden. Dat wil zeggen, ik was eerste man toen. De ervaren mannen geven dat niet snel af. En als ze dat doen, heb je iets goed gedaan in hun ogen... Hiervoor doe je het! De scenes uit "Backdraft" zijn er niets tegen... Althans in mijn ogen nu. Ik blus de ruimte, met Eddy in mijn kielzog. Al wat gebrand heeft, of nog aan het smeulen is, moet naar buiten. Om die reden zit ik met mijn hoofd in een ingemaakte kast, een hoop dekens en lakens eruit te halen. Eddy staat naast de ingemaakte kast, met zijn rug tegen de muur. Hij bekijkt een boekje dat daar lag. Op dat moment, zetten de collega's beneden een overdruk-ventilator op, om de woning te verluchten. Communicatiefoutje, want door de toevoer van verse lucht, vliegt spontaan de kamer waar we instaan, terug in brand. Ik weet van niks, ik zit met mijn kop in de kast, met de straalpijp onder mijn arm (eens vast geef je die niet meer af...). Eddy port mij met zijn elleboog, terwijl hij in zijn boekje staat te bladeren. Onbewogen, zegt hij letterlijk:"mateke, zet uw kraantje nog eens open"... Ik draai me om, en val van het schrikken op mijn kont in de kast, bij het zien van die vlammenzee. Ik was dan ook nog niet veel gewend natuurlijk. Achteraf bekeken, was het misschien een pak minder dramatisch dan ik het mij herinner, maar het verschil in ervaring is nooit meer zo duidelijk geweest als toen. Uiteindelijk was het vuur even snel terug uit, en was alles onder controle. En Eddy zijn boekje was uit. Naderhand wordt duidelijk wat er aan deze interventie voorafging. In het huis was een meisje van 16, Joke, aan het babysitten op twee kindjes. Op de eerste verdieping was een televisietoestel geïmplodeerd, waardoor de vlammen algauw naar buiten sloegen. Afgesneden van de trap, vluchtte Joke met de kinderen het dak op. Buren en inmiddels ook de vader van de babysit probeerden tevergeefs om door de verzengende hitte naar binnen te geraken. Agent Wim kon één van de kinderen redden, via een raam van de buren, maar dan sneden de vlammen ook die vluchtweg af. Wat dan gebeurde, maakt het onderscheid tussen mens en held. Joke nam het kind in haar armen. Om te ontsnappen aan de vuurzee, sprong ze van het dak, negen meter naar beneden. Tijdens haar duik, zorgde ze dat haar lichaam de impact opving voor het kind. Daarmee raakte ze zelf zwaar gewond aan de rug. Later hoor ik dat zij een medaille heeft gekregen voor moed en zelfopoffering. Of dat waar was, weet ik niet. Maar het belangrijkste is dat ze er volledig is doorgekomen. Ook dàt weet ik niet zeker, maar ik geloof het graag. Moedig zijn, wil niet zeggen dat je niet bang bent. Moedig zijn, wil zeggen bang zijn, maar het toch doen. Foto "Het Nieuwsblad", Marc De Roeck
0 Comments
Leave a Reply. |
David PoppeVrijwillig brandweerman sinds 1999. Met vrouw en kindjes als conciërge in de kazerne sinds 2007, sergeant in 2008. Archieven
Mei 2020
|